EXPERIMENTEREN OP SOLDATEN
Een psychiater met internationale bekendheid, de Britse Brigadegeneraal John Rawling Rees, zag het leger in 1945 als een perfectie proeftuin voor de psychiatrie. Hij stelde dat:
“De landmacht en de andere krijgsmachtonderdelen vormen vrij unieke experimentele groepen, omdat ze complete gemeenschappen zijn en het is dus mogelijk experimenten op te zetten, wat in de burgermaatschappij heel moeilijk zou zijn.”1
Het was een sluwe tactiek – speciaal toen het verkocht werd onder het mom van hulp. Soldaten waren immers altijd al een “geketend publiek” dat orders moest opvolgen. Over de hele wereld grepen psychiaters deze gelegenheid aan om soms heel riskante experimenten te doen. Sommige soldaten gaven ze elektroshocks, brachten anderen in diepe coma's en testten krachtige, bewustzijnsveranderende middelen uit op vele anderen.
Ze werden betrokken bij het werven van militair personeel, personeelsselectie, oefening en discipline.
Van de jaren 50 tot de jaren 70 gingen psychiaters in landen als Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie door met het gebruiken van hun militairen voor hun proeven, voor een heel arsenaal aan nieuwe experimentele behandelingen, zoals LSD. Het Amerikaanse leger schatte dat in deze periode aan tenminste 1500 soldaten LSD werd gegeven als onderdeel van experimenten om de geest onder controle te houden (mind control). Bijna niemand van de militaire proefkonijnen werd op de hoogste gebracht van de mogelijke gezondheidsrisico's van deze testen.
Zelfs nu worden aan soldaten psychiatrische middelen gegeven voor gebruik dat nooit werd onderzocht of goedgekeurd door regulerende instanties. Het merendeel van deze middelen is nooit in combinatie met elkaar onderzocht.
Net als tijdens de dagen van J.R. Rees, is het nog steeds één groot psychiatrisch experiment. Voor de soldaat die met plichtsbesef en eer diende, komt het neer op één ding: verraad van vertrouwen.