“PTSS”: OORLOG TOT EEN ZIEKTE MAKEN OM PSYCHIATRISCHE MIDDELEN TE VERKOPEN.
De zichtbare effecten van gevechtsstress werden al vermeld door schrijvers uit ver vervlogen tijden.
In de laatste, meer recente oorlogen werd het “oorlogsneurose”, “oorlogspsychose” en “oorlogsmoeheid” genoemd. Hoe het ook werd genoemd, al eeuwenlang hebben militairen erkend dat de verschrikkingen van oorlog voor soldaten soms te zwaar zijn om te verdragen.
Tegenwoordig houdt actieve dienst lange uren van zware missies, met lange perioden gescheiden van het thuisfront in voor de soldaat. En als geestelijke en emotionele problemen toeslaan, dan bestaat daar geen twijfel over dat zij echt zijn. Maar ongeacht waar soldaten ook maar naar hulp zoeken, in het huidige militaire bedrijf worden ze vaak naar een psychiater doorverwezen. Dat resulteert gewoonlijk in een psychiatrisch label – een “diagnose” die niet geverifieerd kan worden door enig bloedonderzoek, röntgenfoto of hersenscan.
Omdat er geen tests zijn die ook maar iets fysiek verkeerds kunnen aantonen, weten psychiaters niet wat zij moeten behandelen. Vandaar dat psychiatrische behandeling voor het grootste deel giswerk is met een heel gering wetenschapsgehalte. Dat heeft de psychiaters er niet van weerhouden om honderdduizenden mannen en vrouwen in uniform, te labelen met een “geestelijke stoornis” en hen cocktails van krachtige psychotrope middelen voor te schrijven.
Dit loopt zo uit de hand, dat het Pentagon nu alleen al $2 miljard per jaar uitgeeft aan de geestelijke gezondheidszorg. Het geestelijke gezondheidszorgbudget van het Veterans Administration’s mental health (VA) is omhooggeschoten van minder dan $3 miljard in 2007 naar bijna $7 miljard in 2014.
Dat is heel veel geld voor een beroep dat niet eens een bewijs onder een microscoop kan vinden voor haar “geestelijke stoornissen”.
Het opvallende gebrek aan wetenschap in de psychiatrie wordt extra duidelijk bij de psychiatrische disagnose “Posttraumatische Stressstoornis” of PTSS. Toen psychiaters deze diagnose bedachten, namen ze verontrustende doch te verwachten reacties op slechte of stressvolle ervaringen in beschouwing en verklaarden deze zonder enig bewijs tot “geestelijke stoornis”. Kassa! Een panel psychiaters stemde in 1980 om PTSS in de Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM) op te nemen. Dat is nu een boek van 943 pagina's; het staat ook bekend als de “bijbel van de psychiatrie” van de Amerikaanse associatie van psychiaters. Toen ze eenmaal in staat waren om regering en verzekeringmaatschappijen voor de behandeling van PTSS te declareren, hebben psychiaters in de loop der jaren miljoenen verdiend – zonder ook maar enig idee te hebben van wat het is of hoe het te genezen valt.
Het is vanzelfsprekend dat als je noch de oorzaak of de genezing kent, de behandeling heel lang kan duren en dat deze erg kostbaar is. Hierdoor en het steeds toenemende aantal veteranen dat gediagnosticeerd werd met deze nep-ziekte, heeft de PTSS-industrie een steeds groter deel van de middelen van de regering opgesoupeerd. Alleen al in 2005 werd 13% van alle kosten van de gezondheidszorg van het Veteran Administration, oftewel $274 miljoen, besteed aan de behandeling van PTSS, waarvan een groot deel terecht kwam in de snel groeiende geldkisten van de psychiatrisch-farmaceutische industrie.
Tegenwoordig worden zo'n 80% van de veteranen die als PTSS gelabeld zijn, behandeld met psychiatrische middelen; 89% van hen krijgen antidepressiva, terwijl 34% wordt behandeld met antipsychotica – middelen die zo sterk zijn dat zij alleen bedoeld waren voor de allerzwaarste gevallen. Sinds 2001 zijn er meer dan 150 waarschuwingen uitgegeven voor dit soort psychotrope middelen die internationaal geldig zijn. Hieronder vallen ook studies over de gevaarlijke – en vaak dodelijke – bijwerkingen daarvan.
Maar psychiaters verdienen niet alleen miljoenen met het diagnosticeren en behandelen van PTSS – ze doen ook research naar psychiatrische middelen, om ongewenste reacties op oorlog met chemische middelen te onderdrukken. Ook hier gaat veel geld in om – één tak van het Amerikaanse leger heeft sinds 2006 bijna $300 miljoen besteed aan onderzoek naar PTSS.
Een deel van de snelle groei van PTSS wordt veroorzaakt door de toenemende laksheid bij diagnostische standaards. De definities van wat PTSS eigenlijk is, zijn sinds de publicatie in het boek van de psychiatrie over geesteszieken, minder streng, breder geformuleerd en algemener geworden.
Tegenwoordig wordt PTSS niet alleen bij soldaten en veteranen voor oorlogstrauma's gediagnosticeerd, maar is het een algemeen bruikbaar label geworden voor een ieder – militair of burger – die een onaangename reactie vertoont op een ontredderende gebeurtenis. Het resultaat hiervan is dat tientallen miljoenen mensen die een volstrekt normale reactie vertonen op een rampzalige gebeurtenis, nu worden gediagnosticeerd met een geestelijke stoornis.